keurmerk
Voor nationalisme ben ik altijd een beetje bang, maar chauvinisme heeft wel een zekere charme. Ondoordachte en tamelijk zinloze ‘liefde’ voor een land, een stad, een club, wat zou er verkeerd aan zijn? Ik ben een geboren Rotterdamse en al ben ik heel lang niet meer in die stad geweest, kom mij niet aan met propaganda voor 020. En handen af van de Kuip, maar dat is een ander verhaal. Ik mag Ajax ook nog altijd graag zien verliezen, wat in de huiselijke kring overigens helemaal niet gewaardeerd wordt.
Ik las ergens een berichtje over Peugeot. Die auto´s hebben het label `Origine France garantie` toegekend gekregen. Zo zo. Ik ging even op zoek en wat blijkt? Die ´onderscheiding´ mag je gebruiken zodra je (eind)product (vrij vertaald) voor minimaal 50% in Frankrijk is gemaakt en aan het Franse BNP bijdraagt.
Mooi initiatief van ‘Pro France’, een ondernemersorganisatie die zich sterk maakt voor het Franse product. Ik googelde even op mijn regio en kwam uit bij de lokale vertegenwoordiger. Hij doet in gekleurd beton; wel Frans gekleurd beton, mèt keurmerk uiteraard.
Peugeot strooit inmiddels gretig met het keurmerk in advertenties. En wordt straks ongetwijfeld door Brussel op de vingers getikt wegens protectionisme of zo.
Ik wil best nóg meer bijdragen aan de Franse economie dan ik nu al doe. Maar zo´n label ´Origine France garantie´ verleidt me er niet toe mijn bejaarde Japanse SUV te verruilen voor een Peugeot. Ik zou niet weten waarom het stempeltje ´uit Frankrijk´ een overtuigend keurmerk is. Hooguit voor mensen die gevoelig zijn voor nationalisme? Chauvinisme dan misschien? Ondoordachte liefde voor een automerk is aan mij niet besteed. Kwaliteit telt, Frans of niet. En nu ik het er toch over heb, ik zou in de supermarché graag hele schappen wijn uit die zogenaamde ´nieuwe´ landen willen aantreffen. De wijn uit Zuid-Afrika, Californië, Australië en nog zo wat landen schijnt helemaal niet zo slecht te zijn. Ik heb geen idee, het spul is hier in de buurt niet verkrijgbaar.
Op misschien wel de laatste avond van dit jaar dat we buiten konden eten, hadden we het er over. Nationalisme en chauvinisme. “Ben je nou eigenlijk Française of Néerlandaise, vroeg mijn hoogbejaarde buurman Marius vilein. We kennen elkaar een jaar of dertig.
Het beste antwoord dat ik zo gauw kon bedenken, was dat ik al in 2000 enthousiast ‘on a gagné’ heb meegezongen toen er in de Grand’ Rue van ons dorp een volksfeest ‘bien arrosé’ losbarstte nadat het Franse voetbalelftal wereldkampioen was geworden. En dat ik het echt verschrikkelijk vond toen Nederland in 2008 met 4-1 van Frankrijk won. Marius -ook een slokje verder- hief spontaan de Marseillaise aan bij de herinnering en hij vond het zo mooi dat ik feilloos kon invallen dat hij me een smakkende klapzoen gaf. Ik kon nog net een wang indraaien.
Eerlijk gezegd kan het me niet zoveel schelen of ik Française of Nederlandse ben. Nationaliteit, vaderland: het zegt me niks, het lijkt me allemaal flauwekul. Ik woon ´par désir´ in Frankrijk, omdat ik me er prettig voel, meer niet.
Daar hoeft geen goedkeurend stempeltje op.