schermafbeelding-2017-01-20-om-16-12-47

 

Voor de liefhebbers van de Méditerrane keuken: het is weer vrijdag, dus tijd voor een kersvers recept. Niet echt ingewikkeld en ook met ingrediënten die in Nederland en België verkrijgbaar zijn, te maken.
Alle recepten zijn bedoeld voor 4 personen.

En ik dacht nog zo dat we mooi weggekomen waren met die bevroren waterleiding. Goed, het stervenskoud gehad, maar geen lichamelijke ‘vervolgschade’ zullen we maar zeggen. Had je gedacht. Gisteren begon het, met een hinderlijk hoestje. Beetje rillerig ook, wat verdachte blosjes op de wangen, maar niks ernstigs. Dus gewoon de eetafspraak van die avond door laten gaan. We troffen elkaar een dorp verder in een ijzig café waar ook de blauwig flikkerende tl-buizen niet echt bijdroegen aan een behaaglijke uitstraling. Maar de bediening was warm en het gezelschap aangenaam. Al helemaal toen onze vriend vertelde dat hij net uit Nederland was ingevlogen en bij het openen van de deur van zijn tweede woning tot aan z’n enkels in het nat stond. Terwijl het water gestaag door het plafond naar beneden regende had hij uitzicht op een totaal vernield interieur: kapot gevroren waterleiding. Dat laatste schiep een band. Al snapte de echtgenoot niet hoe iemand daar zo ijzingwekkend kalm onder kon blijven en gewoon op een best uitstelbare eetafspraak kwam opdagen.
“Ach”, zei de vriend ‘cool’: “we hebben al zoveel meegemaakt, dit lossen we ook wel weer op. Kom, we gaan een hapje eten.”
Het werd een pizzeria, alweer een dorp verderop, waar het gelukkig wel warm was. En knus, en gezellig, dus werd het vanzelf een latertje. Maar toen moest de vriend toch echt weg. Hij sliep in een hotel: “thuis is ook de beddenboel zeik, maar dat ga ik morgenochtend meteen aanpakken”. Dus stond hij vandaag al om zeven uur ’s ochtends te waterstofzuigen. En ik stond vandaag een uurtje later op, met stramme botten en een snotneus. Het zou toch niet? Ja, er heerst al tijden een griepepidemie en ja, al die kou hakte er ook in.
Maar zo’n opkomend griepje valt best te bestrijden. Met een lekker pittig lunchhapje bijvoorbeeld. Een hete tortilla leek me wel wat. Hij viel een beetje erg heet uit, iets te scheutig met de chilisaus geweest. Er moest de rest van de middag bluswater bij. En ik snotter nog steeds. De echtgenoot beweert nergens last van te hebben. Maar kijk toch maar een beetje uit met die pittige saus: liever een drupje dan en scheut.

Ingrediënten:
6 eieren
200 gram gekookte garnaaltjes (petits gris)
50 gram kappertjes
1 eetlepel herbes de Provence
1 ui
2 tenen knoflook
sap van een ½ citroen
2 eetlepels olijfolie
drupje tabasco of chilisaus
zout

Bereiding:
Pel en snipper de ui, pel de knoflooktenen.
Pers de halve citroen uit.
Laat de kappertjes uitlekken.
Verwarm de oven voor op 240 graden.
Doe de garnaaltjes, de kappertjes, en de herbes de Provence in een kom, giet het citroensap erbij, plus een drupje tabasco of chilisaus. Meng alles door elkaar en laat een half uurtje marineren.
Verhit intussen de olijfolie in een koekenpan en fruit de ui erin aan. Knijp de knoflook er boven uit en laat alles op laag vuur een paar minuutjes sudderen.
Klop de eieren met wat zout los in een andere kom en doe de garnalen – met marinade en al – erbij. Giet het mengsel bij de uien in de pan en roer alles goed door elkaar; proef op smaak en voeg eventueel nog wat tabasco/chili en/of zout toe. Als het ei begint te stollen, de massa overdoen in een ingevette bakvorm. Zet die in het midden van de voorverwarmde oven en laat de tortilla gaar en goudbruin worden; duurt een minuutje of twintig. Steek er een prikker in om te zien of ook de binnenkant gaar is (de prikker moet er droog uitkomen, zonder aankleefsels), anders nog even laten garen.
Laat de vorm wat afkoelen, keer ‘m om op een snijplank en verdeel de tortilla in punten.
Geef er een salade, stokbrood en een glaasje rood bij.